Historiek
Wat de aanleiding of de reden was om op
19 juni 1871 een ‘Toneel- Zang- en Fanfarevereniging’ met
de naam ‘De Bergengalm’ te stichten, kennen we niet.
Vermoedelijk is het op aanraden van onderwijzer en latere
hoofdschoolopziener Pieter Jacobus Sak (1840-1921) gebeurd, dat
burgemeester Jacobus Alexander Tielen De Bergengalm heeft
gesticht, met het doel ‘Toneel en muziekkunde te bevorderen tot
nut en vermaak der inwoners’. Dat kwam op het einde van de 19de
eeuw tegemoet aan het verlangen van de burger en van de arbeider
naar emancipatie tegenover de bestaande maatschappijvormen. De
klemtoon lag op het volkslied, de dichtkunst en de muziek.
Onderwijzer P.J. Sak werd medestichter en secretaris van de
nieuwe vereniging. Een derde stichter was de industrieel en
oud-pauselijk zoeaaf Louis Schutjes. Hij was de eerste dirigent.
De naam Bergengalm is waarschijnlijk terug te voeren naar
het Hechtels taalgebruik, waarin de omringende duinen ‘de
bergen’ worden genoemd.
Alhoewel De Bergengalm ‘Toneel-Zang- en
Fanfarevereniging’ werd genoemd, lag in het begin de klemtoon
vooral op ‘Zang’. Waar in het begin gemusiceerd werd, staat
nergens vermeld. Vermoedelijk gebeurde het in de nieuwe
gemeenteschool in de Don Boscostraat.
De eerste herinneringsmedaille die de harmonie in haar bezit
heeft, verkreeg ze in 1881. Toen nam ze deel aan het festival
van Peer.
Na een glorierijk begin, ging in 1932 de Toneelvereniging
teloor. Over het algemeen mag men stellen dat De Bergengalm
zich tussen de twee wereldoorlogen slechts beperkte tot het
opluisteren van plaatselijke vieringen, processies, kermissen en
11-novemberherdenkingen. Er was nog slechts een kleine groep
over die ook het ‘klein fanfaarke’ werd genoemd.
Gedurende de Tweede Wereldoorlog borg De Bergengalm zijn
instrumenten, vaandel en archief in het gemeentehuis op. Door de
brand van dit gebouw op 11 november 1944 verdween alles wat ooit
aan de oude fanfare had toebehoord. Na de bevrijding namen Leo
Scheelen van de likeurstokerij Leukenheide en enkele vrienden
het initiatief een fanfare op te richten. Er werden nieuwe
instrumenten gekocht en begin september waren reeds 24 leden
ingeschreven. Het begin van een nieuwe bloeiperiode.
In 1958 breidde De Bergengalm uit met een Trommelkorps
olv instructeur Jan Thora. Waar het oorspronkelijk de bedoeling
was de fanfare te ondersteunen, zou het nieuwe korps zich
ontwikkelen tot een zelfstandig geheel, dat ging deelnemen aan
wedstrijden en heel wat titels behaald heeft.
De titel ‘Koninklijke Maatschappij’ ontving de vereniging in
1960, gemachtigd door Koning Boudewijn. Datzelfde jaar ontstond
ook een vrouwelijk paradekorps. Van deze majorettes maakte
instructeur Jef Buteneers een werkelijk showkorps, dat door zijn
twirling en choreografie in wedstrijden zou uitblinken.
Op het einde van 1985 werd een Jeugdkorps opgericht voor de
leerlingen die één jaar notenleer in de Noord-Limburgse
Muziekacademie hadden voltooid en die waren overgegaan op het
bespelen van een instrument. De leiding hiervan werd opgenomen
door Marc Claes. Hij werd de eerste dirigent van het Jeugdkorps.
Na Marc namen achtereenvolgens Anke Coomans, Gunther Kerkhofs,
Katrien Fransen, Sofie Gijsbers en Martijn Vanhees de leiding van het jeugdorkest voor hun
rekening.
In 1991 veranderde de Koninklijke Fanfare De Bergengalm
naar Koninklijke Harmonie. Door de samenwerking met de
Nood-Limburgse Muziekacademie maakten steeds meer houtblazers
deel uit van het korps.